De kunst van het paradoxale leven

In zijn nieuwe boek ‘De kunst van het paradoxale leven’ zet auteur, consultant en filosoof Ivo Brughmans uiteen dat het of-of-denken ons niet veel verder brengt en dat dit perspectief ingewisseld dient te worden voor het zogenaamde ‘en-en-denken’.

Het ‘of-of-denken’ is misschien wel een van de hardnekkigste kenmerken van de menselijke natuur. Grootheden als Heraclitus, Nietzsche en Jung maakten zich er ook aan ‘schuldig’ dus we zijn in goed gezelschap. Van iets recenter datum is de invloed van het denken van econoom Michael Porter. Ondanks dat ik vermoed dat veel mensen zijn werk niet gelezen hebben, kennen velen wel de strekking van zijn werk. Deze econoom beweerde in de jaren 80 en 90 dat organisaties een keuze moeten maken voor een strategie. Hij onderscheidde er drie: Differentiatiestrategie. Bij deze strategie creëert de producent een uniek en superieur beeld van het product. De tweede strategie is de Focusstrategie. Hierbij richt het bedrijf zich op een bepaalde doelgroep of marktsegment om beter in te kunnen spelen op de behoeften van de consument.  De derde strategie is de Lage kosten strategie. Bij deze strategie tracht de onderneming concurrenten voor te blijven door een verkoopprijs aan te bieden die minimaal gelijk of lager is. Porter zijn stelling was dat je een keuze moest maken voor een van de strategieën. Want wie zich richt op alles loopt vast (‘Stuck in te middle’).

We herkennen zo goed wat Porter bedoelde. Maar is het anno 2013 nog een goed advies? Ik denk het niet. In ‘De kunst van het paradoxale leven’ betoogt Brughmans dat het ‘of-of-denken’ organisaties veel problemen brengt. De vraag doet zich dan voor: “Waarom blijven ze er dan mee door gaan?” Omdat het een gevoel van eenvoud, duidelijkheid, zekerheid, structuur en controle geeft. Nederlandse winkeliers kunnen daar over meepraten. Het valt ze zwaar om een ander perspectief in te nemen. Cijfers van winkelprofessor Cor Molenaar wijzen uit dat 50% van de Nederlandse winkels geen winst maakt. Ze richten zich vooral op een lage kosten strategie en bijbehorende acties. De trieste voorspelling is dat binnen tien jaar een derde tot de helft van de winkels verdwijnt. Het blijft dus niet bij het faillissement van de Free Record Shop.  De kunst van het paradoxale denken is dat we uitersten of extremen niet langer moeten uitsluiten. Brughmans verwoordt dat heel fraai: “We moeten tegenstellingen bij elkaar brengen zonder hun verschillen te willen opheffen”. We hebben het dan over het thema ‘diversiteit’. Niet alleen maar een bedrijfskundig thema maar ook een HR-thema: het benutten van complementaire vaardigheden. Maar diversiteit gaat niet vanzelf. Een aantal randvoorden dienen ingevuld te worden. Brughmans geeft meerdere voorbeelden maar één randvoorwaarde wil ik u niet onthouden: diversiteit als een competentie van medewerkers. Dat wil zeggen dat medewerkers open staan voor andere standpunten, zich kunnen verplaatsen in tegenpolen en zichzelf daarin ook leren herkennen. Maar daarin schuilt de grote organisatieparadox: Veel organisaties belijden diversiteit met hun mond, en kiezen in hun gedrag voor een uniformiteit (lees: gedrag dat gericht is op: eenvoud, duidelijkheid, zekerheid, structuur en controle. Dat is pas ‘Stuck in the middle’.

Peter de Roode