
Samenwerken in organisaties, is als wonen in het buitenland
Steeds meer organisaties zijn zich er bewust van dat er allianties, partnerschappen of samenwerkingsverbanden gesloten moeten worden met partijen in de externe omgeving. Zo werken scholen samen met bibliotheken of stagebedrijven, Douwe Egberts met Philips, Microsoft met veel gameontwikkelaars en noem maar op. Ook is de samenwerking (vaak aangeduid als ‘co-creatie’) met klanten of vrijwilligers een belangrijk onderdeel in de strategie van veel organisaties. Samenwerken biedt veel voordelen. Het meest in het oog springende voordeel is de tijd die het bespaart om de ontbrekende kennis binnen de eigen organisatie te compenseren. Toch denk ik niet dat tijd de beslissende factor is. Hét grote voordeel van samenwerking is m.i. de sociaal innovatieve mogelijkheden die organisaties creëren wanneer zij partijen van verschillende pluimage bij elkaar brengen. Waarom? Omdat de bewustwording van de eigen vastgeroeste overtuigingen in combinatie met het openstaan van ideeën van anderen een stimulans kan zijn tot innovatie. Samenwerken met een ander bedrijf zou je kunnen vergelijken met het (tijdelijk) gaan wonen in het buitenland. Je wordt je allereerst bewust van de gewoontes van het eigen land en van de eigen vooroordelen op bepaalde zaken. Diezelfde bewustwording zou niet (zo snel) optreden als je in je eigen land zou blijven, je weet namelijk niet wat je weet. Vervolgens moet je contact maken met de mensen in het andere land. Daarbij zal je eerst moeten luisteren, vooral begrijpen en moeten inschatten wanneer het gepast is om zelf iets te vertellen. Het is de filosofe Suzanne Neiman die aanbeveelt dat iedereen eens tijdelijk gaat wonen in het buitenland. Ze stelt dat het enorm goed is voor de ontwikkeling vanwege de bewustwording over veel alledaagse zaken en het feit dat je gedwongen wordt open te staan.
Bewustwording en open staan zijn daarom belangrijk onderdelen van een leerproces. Dat is niet anders in de samenwerking tussen bedrijven. In een dergelijke samenwerking worden we ons pas goed bewust van de eigen aardigheden die we zo vanzelfsprekend vinden. Althans dat zou het geval moeten zijn indien we open staan voor elkaar en naar elkaar luisteren. Maar toen ik onlangs een klant van mij begeleidde bij een strategiesessie en de deelnemers vroeg een inschatting te maken hoe zij de samenwerking binnen de afdelingen, tussen de afdelingen en tussen de verschillende organisaties (van de klant) ervoeren, werd de laatste vorm van samenwerking het slechtst beoordeeld. Hoe kan dat? De samenwerking binnen de eigen afdeling kent vertrouwde mensen waarbij je aan een half woord genoeg hebt om met elkaar te communiceren (veronderstellen we). De samenwerking tussen afdelingen neemt al veel weg van het ‘ouwe jongens krentenbrood-gevoel’ en de samenwerking met andere bedrijven is volkomen nieuw. Wordt dan ook als onwennig en ongemakkelijk ervaren en zien mensen niet zo snel als een leermoment. Wanneer we bij deze vorm van samenwerking zouden doen wat geen enkele persoon in het buitenland zou doen, namelijk zenden en je niet verdiepen in de andere cultuur, dan is deze vorm van samenwerking gedoemd te mislukken. Wellicht verklaart dat het geringe slagingspercentage van fusies en overnames.
Samenwerken tussen organisaties biedt veel kansen omdat het innovatie een enorme boost kan geven. Maar die komt niet vanzelf, mensen zullen bereid moeten zijn om zich te verdiepen in de ander, de zendstand even uit te zetten, bewust te worden van de eigen vooroordelen en écht te luisteren. Anders gezegd: Eerst relatie en dan prestatie.